Invoerscherm
Met het invoerscherm heeft u toegang tot de administratieve gegevens van een beheerobject. Het invoerscherm wordt bijvoorbeeld getoond wanneer u de gegevens van een bestaand object opvraagt, maar ook wanneer u een nieuw beheerobject aanmaakt. De indeling van zo'n invoerscherm hangt af van de manier waarop het is vormgegeven in de desbetreffende beheermodule, maar zal in ieder geval drie onderdelen bevatten:
Hieronder volgt een korte uitleg over de onderdelen. Voor specifiekere informatie kunt u de handleiding van de desbetreffende beheermodule raadplegen.
Tip! Wanneer u BAG wilt gebruiken in uw datasets is dit mogelijk. Neem in dat geval contact op met Groenestein Beheersoftware.
De combinatie van deze velden (in dit voorbeeld Wijk, Straat en Groenvak genoemd) zorgen voor een uniek nummer/verzameling van karakters van een beheerobject in een beheerlaag.
De velden van de sleutelvelden zijn geel, ten teken dat deze ingevuld moéten zijn wilt u kunnen opslaan. Ook voor velden van andere kenmerken geldt dat wanneer deze geel zijn, dit betekent dat u alleen kunt opslaan wanneer deze kenmerken ingevuld zijn.
Let op! Vakdelen vallen altijd binnen een vak, en vakken altijd in een kaart. Daarnaast is het zo dat vakdelen nooit deel kunnen zijn van twee vakken, en een vak ook nooit deel van twee kaarten. Natuurlijk gebeurt het in de praktijk dat bijvoorbeeld een straat door twee wijken loopt. In dat geval zal de straat opgedeeld worden, zodat 'straat deel a' onder één wijk bestaat en 'straat deel b' onder een andere wijk.
Zijn de sleutelvelden eenmaal ingevuld en opgeslagen dan kunt u ze in GB Geografisch niet meer wijzigen. Voor het wijzigen van de sleutelvelden kunt u terecht in de bijbehorende beheermodule.
Voor sommige kenmerken heeft u knopjes tot uw beschikking:
Met de knop kiest u een volgende of vorige bestaande code.
Met de knop voegt u een nieuwe code toe.
Met de knop opent u een menu met daarin alle beschikbare codes.
Met de knop ('Opnummeren') kiest GB Geografisch de eerstvolgende, vrije code. Dit lukt overigens alleen wanneer de laatste code in de lijst uit cijfers bestaat.
[Laatste]
Deze knop kunt u alleen gebruiken bij het invoeren van een nieuw object. U neemt dan de gegevens over van het laatst ingevoerde object.
[Kopie van]
Hiermee kunt u de gegevens van een bestaand beheerobject kopiëren naar dit beheerobject. Nadat u op [Kopie van] klikt, verschijnt het volgende menu:
Hier kiest u het te kopiëren object. GB Geografisch gaat er vanuit dat het te kopiëren beheerobject tot dezelfde groep behoort, maar u kunt natuurlijk alle sleutelvelden zelf kiezen. Bij Te kopiëren kenmerken vult u vervolgens in welke kenmerken u wilt kopiëren. Het is verstandig om kenmerken die automatisch ingevuld worden niet te selecteren in deze lijst.
[Kopie naar]
Hiermee kunt u de gegevens zoals deze ingevuld zijn op het invoerscherm, kopiëren naar één of meerdere objecten. Na aanklikken van de knop kunt u op het selectiescherm de objecten selecteren waarvoor u kenmerken wilt invullen/overschrijven. Op het tabblad Te kopiëren kenmerken ziet u alle kenmerken staan en zijn deze ingevuld zoals ingevuld op het invoerscherm. Wanneer u wenst kunt u hier voor andere opties kiezen. Bovendien kunt u door het wel of niet aanvinken van kenmerken, bepalen welke kenmerken worden gekopieerd. Bij klikken op [Bewaar] zullen de kenmerken bij de objecten van de selectie vastgelegd worden.
In de rechterbovenhoek van het invoerscherm verschijnen de maten van het beheerobject. Hier worden de kwantitatieve gegevens (bijvoorbeeld oppervlakte, aantal, harde en zachte rand) van het object weergegeven. Welke gegevens berekend worden, is afhankelijk van de metingvelden die toegevoegd zijn bij Weergave beheerlagen.
Met de knop [Neem over] worden de hoeveelheden op het invoerscherm die bij de meetvelden reeds ingevuld waren, vervangen door de nieuwe hoeveelheden.
Voorbeeld: U wijzigt een vlak door een hoekpunt toe te voegen. Daarna bekijkt u de gegevens van het vlak met de functie 'Bijwerken beheergegevens'. Wanneer u nu klikt op de knop [Neem over] wordt het oppervlakte in de beheergegevens overschreven door de daadwerkelijk gemeten oppervlakte.
Tip! Wanneer direct onder deze waarden een knop 'Neem over' getoond wordt, dan kunt u door het klikken op deze knop de gemeten waarden overnemen in de kenmerken van het beheerobject. Het is mogelijk dat GB Geografisch deze waarden automatisch overneemt. Ga hiervoor naar instellingen.
Tip! Wanneer u een nieuw element koppelt aan een bestaande zal bij 'Totaal gemeten' de opgetelde hoeveelheid getoond worden. Voorbeeld: wanneer u een nieuw vlak tekent, zal de oppervlakte bij 'Totaal gemeten' getoond worden. Zodra u een bestaande code invult bij de sleutelvelden zal bij 'Totaal gemeten' de oppervlakte van het nieuwe vlak + de oppervlakte van het bestaande vlak getoond worden.
Hier kunt u beheergegevens invullen, wijzigen of wissen. Met de knop [Klaar] slaat u de gegevens op, met de knop [Annuleer] sluit u het venster zonder gegevens op te slaan.
Tip! Welke kenmerken op dit scherm zichtbaar zijn, wat de volgorde is en de precieze benaming, bepaalt u in het desbetreffende programma, via Systeembeheer > Vormgeving Bestanden.
Tip! Het is mogelijk om de velden x- en ycoördinaten toe te voegen als kenmerken. Wanneer u dit wenst, kunt u dit regelen in het desbetreffende programma, via Systeembeheer > Vormgeving Bestanden. De x- en ycoördinaten zullen bij (ver)plaatsen van een puntobject altijd bijgewerkt worden, ook als de velden niet zichtbaar zijn. Bovendien kunt u dan ook de x- en ycoördinaten van een punt invullen, waardoor het object ver/geplaatst wordt op de opgegeven positie.
Wanneer u de gegevens van een speeltoestel opvraagt, heeft u extra mogelijkheden, deze vindt u onderaan het scherm:
Wanneer u deze knop niet ziet, of knop niet wilt laten verschijnen op het invoerscherm,. kunt u dit instellen via Verbonden tabellen.