Meting Velden
In een metingveld bepaalt u de vormgeving van een beheerobject. Alle grafische beheerobjecten worden hier gedefinieerd.
Er zijn drie soorten geografische objecten die u kunt intekenen:
• | Puntobjecten, hiervoor moet een 'Aantal stuks'-meting-eenheid worden gedefinieerd. |
• | Lijnobjecten, hiervoor moet een 'Strekkende meter'-meting-eenheid worden gedefinieerd. |
• | Vlakobjecten, hiervoor moet een 'Strekkende meter'-meting-eenheid en een 'Oppervlakte'-meting-eenheid worden gedefinieerd. |
Let op! Zonder bijbehorend metingveld kan een grafisch object niet getekend worden. Voorbeeld: Wanneer u puntobjecten wilt intekenen in een beheerlaag, moet er een metingveld 'Aantal' gedefinieerd zijn.
Ga naar: Inrichting GEO > Definities GIS > Weergave beheerlagen en open Meting velden. In onderstaand voorbeeld zijn vier metingvelden ingevuld.
Geef een metingveld een titel en een meting-eenheid. Bij het lijntype bepaalt u de soort (doorgetrokken lijn, stippellijn etc) en dikte van de lijn. Wanneer u een puntsymbool wilt kunnen tekenen, kiest u ook een puntsymbool. U maakt hier een keuze uit bestaande puntsymbolen. Wilt u een nieuw puntsymbool aanmaken dan kunt u dit doen via Inrichting GEO > Maak puntsymbolen. Vervolgens kunt u dat symbool hier kiezen. De gekozen rand en puntsymbool worden getoond in de kleur die u kiest bij Kleur. Bij Veldnaam in tabel kiest u de bijbehorende waarde. Het Volgnummer metingveld is niet van belang, zolang ieder metingveld binnen een tabel/beheerlaag maar uniek is en groter dan nul.
Meting-eenheden
De instellingen van een metingveld hangen af van de ruimtelijke vorm van het beheerobject.
• | Zijn de beheerobjecten puntvormig, dan voldoet de meeteenheid 'ST - Aantal Stuks'. |
• | Wanneer de beheerobjecten lijnvormig zijn volstaat de meeteenheid 'M - Strekkende Meter'. |
• | Wilt u een lijn of groep van puntobjecten plaatsen, dan moeten zowel 'ST - Aantal stuks' als ook 'M - Strekkende meter' gedefinieerd zijn. |
• | Wilt u vlakken plaatsen als beheerobjecten, dan moet zowel 'M2 - Vierkante Meter' als 'M - Strekkende meter' gedefinieerd zijn. |
Hoewel er maar drie verschillende meeteenheden zijn, kunnen er meerdere metingvelden gedefinieerd worden. Zo kunt u bijvoorbeeld verschillende randtypen definiëren. Zowel een harde als een zachte rand hebben als meting eenheid M (strekkende meter) maar zijn aparte metingvelden.
Voor puntobjecten, bijvoorbeeld bomen, kunt u ook meerdere meeteenheden opnemen. U kunt dan bij het plaatsen van een boom - in dit voorbeeld - kiezen uit meerdere symbolen. Let wel op, dat wanneer u het aantal bomen dat hoort bij deze meeteenheid wilt kunnen meten, u een kenmerk moet aanmaken in - in dit geval - BoomBeheer: 'aantal2' of iets dergelijks. Bij Veldnaam in tabel kunt u dan dit nieuwe kenmerk kiezen. Kies nooit voor meerdere metingvelden dezelfde Veldnaam in tabel. De Matencontrole zal dan foute resultaten geven.
Tip! Wanneer een archieflaag aangemaakt wordt, is het van belang dat in de archieflaag dezelfde meeteenheden voorkomen als in de originele beheerlaag, en bovendien in dezelfde volgorde.