Trapoptielijst

Navigation:  Beheerprogramma > Systeembeheer > Vormgeving bestanden > Toevoegen kenmerken > Kenmerktypen >

Trapoptielijst

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

Het kenmerktype trapoptielijst omvat net als de Optielijst een code en een omschrijving. De trapoptielijst voegt aan de eerste lijst (trap 1) een tweede, afhankelijke lijst toe (trap 2). Aan die tweede trap kunt u eventueel weer een derde trap toevoegen. Iedere trap op zichzelf is een optielijst bestaande uit een code en een omschrijving. Trapoptielijsten zijn handig wanneer u een kenmerk van een Beheerobject wilt beschrijven waarvoor veel verschillende, niet-numerieke Waardes mogelijk zijn waarvan er slechts één uitgekozen mag worden en er een afhankelijkheid bestaat ten opzichte van een ander kenmerk.

 

Zo kunt u bijvoorbeeld een lijst hebben met typen materialen, zoals bijvoorbeeld pootgoed en verharding. Ieder type materiaal uit die lijst bestaat weer uit een lijst van materialen: zo kan het type materiaal pootgoed bestaan uit bloemen en struiken. Het type materiaal verharding bestaat uit klinkers en asfalt. Schematisch ziet dat er zo uit.

 

Trap 1

Trap 2

Code 1 = pootgoed

Subcode 1.1 = bloemen

 

Subcode 1.2 = struiken

 

 

Code 2 = verharding

Subcode 2.1 = asfalt

 

Subcode 2.2 = klinkers

 

Zodra code 1 gekozen wordt, kunt u in trap twee alleen kiezen uit de subcodes 1.1 en 1.2.

Zodra code 2 gekozen wordt, kunt u in trap twee alleen kiezen uit de subcodes 2.1 en 2.2.

 

Trapoptielijsten zijn handig als u wilt voorkomen dat ongeldige combinaties worden ingevoerd. In principe kunt bovenstaande informatie opslaan door middel van twee onafhankelijke optielijsten, maar dan zou een gebruiker ook de combinatie materiaaltype "verharding" en materiaal "struiken" kunnen invullen.

Trapoptielijsten kunnen, net als Optielijsten en Selectielijsten aangevuld worden in de functiegroep Hulplijsten.

 

Voorbeeld

Een trapoptielijst verschijnt als [Trap1]/[Trap1] in kenmerktypelijsten en ziet er zo uit in een invoerscherm:

 

Om een trapoptielijst toe te voegen gaat u naar: Systeembeheer > Vormgeving bestanden

Kies de tabel waaraan u een optielijstkenmerk wilt toevoegen, kies vervolgens voor [Kenmerk toevoegen] en [Trapoptielijst]. Het volgende menu wordt geopend:

Een trapoptielijst bestaat uit minimaal twee trappen. Bij iedere trap moet u in ieder geval de bovenste velden Enkelvoud, Meervoud en Afkorting invullen. De afkorting bepaalt hoe het kenmerk verschijnt in het overzicht van kenmerktypen, wat u invult bij enkelvoud hoe het kenmerk verschijnt in het invoerscherm.

 

Lengte invoerveld bepaalt de lengte van de code die de optie identificeert. Iedere optie wordt gekenmerkt door een unieke code. Een invoerveld dat uit veel karakters bestaat biedt veel mogelijke combinaties, maar is ook bewerkelijker om in te vullen. De lengte van een invoerveld kan nadat het kenmerk in gebruik is genomen in de database wel langer gemaakt worden, maar niet korter zonder dat er informatie verloren gaat.

 

Lengte omschrijving bepaalt de lengte van het omschrijvingsveld dat gekoppeld wordt aan de code. Omschrijvingen hoeven niet perse uniek te zijn.

 

Verplicht invullen wanneer aangevinkt, is de gebruiker verplicht het kenmerk in te vullen. Het invoerscherm zal weigeren de data op te slaan wanneer het kenmerk nog niet is ingevuld.

 

Standaard waarde hier kunt u een standaardwaarde voor het invoerveld invoeren. De standaardwaarde kan door de gebruiker nog veranderd worden bij het invullen van het invoerscherm.

 

Beperking bij invoer hier kunt u voorwaarden stellen aan de invoer van de gebruiker. Er zijn twee soorten voorwaarden:

1.U kunt als voorwaarde stellen dat alle karakters van het invoerveld ingevuld moeten worden. Met deze voorwaarde ingesteld betekent dat bij een invoerveld van drie karakters, iedere code uit drie karakters bestaat. Is de voorwaarde uitgeschakeld, bestaat iedere code in dat geval uit 1-3 karakters.

2.U kunt codes accepteren die bestaan uit alleen letters, alleen uit cijfers of codes die kunnen bestaan uit codes én cijfers. In het laatste geval worden ook codes die alleen uit cijfers of letters bestaan geaccepteerd. Wanneer deze optie niet is ingevuld betekent dat codes uit zowel cijfers als letters geaccepteerd worden.

 

Toelichting bij invoer

Hier kunt u een tekst invullen die in het invoerscherm zichtbaar zal zijn wanneer u op de -knop klikt in het invoerscherm.

Ook is het mogelijk om een pdf met uitleg toe te voegen. De pdf moet wel eerst aangeleverd worden, inclusief vermelding welke dataset en kenmerk waaraan ze gekoppeld moeten worden. Voordelen van pdf zijn toelichting met foto's en bijvoorbeeld dat de toelichting geopend kan blijven tijdens het invoeren (dit is met de teksttoelichtingen niet mogelijk).

 

Let op! Deze pdf komt dan in plaats van de tekstinvoer (vorige veld), kan niet allebei.

 

Plaats kenmerk na hier bepaalt na welk kenmerk dit kenmerk zal verschijnen in het invoerscherm.

 

Rapportopties kenmerk deze opties bepalen of het kenmerk mag worden meegenomen in selectiedefinities, rapporten, totaalrapporten en rapportordeningen.

 

Kenmerk opnemen in rapporten bepaalt of het kenmerk verschijnt in de lijst van kenmerken voor Rapportage.

 

Selectiecriterium voor beheerobjecten bepaalt of het kenmerk als keuzeoptie verschijnt in Selectievensters.

 

Onderverdeling totaal rapporten bepaalt of een Totaalrapport geordend kan worden op dit kenmerk.

 

Ordening tabel/tekst rapporten bepaalt of een Rapport geordend kan worden op dit kenmerk.

 

Let Op! Het wordt ten sterkste afgeraden om het &-teken te gebruiken in de vormgeving van een kenmerk.