Selectieoptielijst

Navigation:  Beheerprogramma > Systeembeheer > Vormgeving bestanden > Toevoegen kenmerken > Kenmerktypen >

Selectieoptielijst

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

Het kenmerktype "Selectieoptielijst" voegt een code en een omschrijving aan een Tabel. Selectieoptielijsten zijn handig wanneer u een kenmerk van een bestand wilt beschrijven waarvoor veel verschillende, niet-numerieke waardes mogelijk zijn waarvan er één of meerdere geselecteerd mogen worden. Omdat  aan iedere waarde een code wordt toegekend, zijn de waardes te hergebruiken. Op deze manier is een gestandaardiseerde wijze van beschrijven van beheerobjecten mogelijk. Voorbeelden van een kenmerken die vaak door middel van een selectieoptielijst beschreven worden zijn straatnamen of plantensoorten. U kunt selectieoptielijsten aanvullen met de functiegroep Optielijsten.

 

Wilt u voorkomen dat een gebruiker meerdere codes kan selecteren voor één kenmerk, kies dan het kenmerktype Optielijst. Wilt u een kenmerk beschrijven door middel van meerdere kenmerktypen, kies dan een Sublijst.

 

Voorbeeld

Een selectieoptielijst ziet er zo uit in een invoerscherm:

 

Om een selectieoptielijst toe te voegen aan gaat u naar: Systeembeheer > Vormgeving bestanden

Vervolgens kiest u de tabel waar u een kenmerk aan wilt toevoegen. Kies [Toevoegen kenmerken] en vervolgens [Selectieoptielijst].

 

Vervolgens verschijnt onderstaand scherm:

Om het kenmerk toe te voegen aan een tabel moet u in ieder geval de bovenste velden Enkelvoud, Meervoud en Afkorting invullen. De afkorting bepaalt hoe het kenmerk verschijnt in het overzicht van kenmerktypen, wat u invult bij enkelvoud hoe het kenmerk verschijnt in het invoerscherm.

 

Lengte invoerveld bepaalt de lengte van de code die de optie identificeert. Iedere optie wordt gekenmerkt door een unieke code. Een invoerveld dat uit veel karakters bestaat biedt veel mogelijke combinaties, maar is ook bewerkelijker om in te vullen. De lengte van een invoerveld kan nadat het kenmerk in gebruik is genomen in de database wel langer gemaakt worden, maar niet korter zonder dat er informatie verloren gaat.

 

Lengte omschrijving bepaalt de lengte van het omschrijvingsveld dat gekoppeld wordt aan de code. Omschrijvingen hoeven niet perse uniek te zijn.

 

Verplicht invullen wanneer aangevinkt is de gebruiker verplicht het kenmerk in te vullen. Het invoerscherm zal weigeren de data op te slaan wanneer het kenmerk nog niet is ingevuld.

 

Standaard waarde hier kunt u een standaardwaarde voor het invoerveld invoeren. De standaardwaarde kan door de gebruiker nog veranderd worden bij het invullen van het invoerscherm.

 

Beperking bij invoer hier kunt u voorwaarden stellen aan de invoer van de gebruiker. Er zijn twee soorten voorwaarden: 1) U kunt als voorwaarde stellen dat alle karakters van het invoerveld ingevuld moeten worden. Met deze voorwaarde ingesteld betekent dat bij een invoerveld van drie karakters, iedere code uit drie karakters bestaat. Is de voorwaarde uitgeschakeld, bestaat iedere code in dat geval uit 1-3 karakters. 2) U kunt codes accepteren die bestaan uit alleen letters, alleen uit cijfers, of codes die kunnen bestaan uit codes én cijfers. In het laatste geval worden ook codes die alleen uit cijfers of letters bestaan geaccepteerd. Wanneer deze optie niet is ingevuld betekent dat codes uit zowel cijfers als letters geaccepteerd worden.

 

Toelichting bij invoer

Hier kunt u een tekst invullen die in het invoerscherm zichtbaar zal zijn wanneer u op de -knop klikt in het invoerscherm.

Ook is het mogelijk om een pdf met uitleg toe te voegen. De pdf moet wel eerst aangeleverd worden, inclusief vermelding welke dataset en kenmerk waaraan ze gekoppeld moeten worden. Voordelen van pdf zijn toelichting met foto's en bijvoorbeeld dat de toelichting geopend kan blijven tijdens het invoeren (dit is met de teksttoelichtingen niet mogelijk).

 

Let op! Deze pdf komt dan in plaats van de tekstinvoer (vorige veld), kan niet allebei.

 

Plaats kenmerk na hier bepaalt na welk kenmerk dit kenmerk zal verschijnen in het invoerscherm.

 

Rapportopties kenmerk deze opties bepalen of het kenmerk mag worden meegenomen in selectiedefinities, rapporten, totaalrapporten en rapportordeningen.

 

Kenmerk opnemen in rapporten bepaalt of het kenmerk verschijnt in de lijst van kenmerken voor rapportage.

 

Selectiecriterium voor beheerobjecten bepaalt of het kenmerk als keuzeoptie verschijnt in selectievensters.

 

Onderverdeling totaal rapporten bepaalt of een totaalrapport geordend kan worden op dit kenmerk.

 

Ordening tabel/tekst rapporten bepaalt of een rapport geordend kan worden op dit kenmerk.

 

Let Op! Het wordt ten sterkste afgeraden om het &-teken te gebruiken in de vormgeving van een kenmerk.