Hulplaag instellen

Navigatie:  GB GEO - uitgebreide functies >

Hulplaag instellen

Vorige paginaNaar hoofdstuk-overzichtVolgende pagina

Met deze stap voor stap handleiding leert u hoe u een hulplaag kunt aanmaken en instellen. Een hulplaag bestaat uit hulpobjecten: geografische objecten waaraan een code of een numerieke waarde gekoppeld is. Deze code of numerieke waarde kunt u gebruiken om een kenmerk van een beheerobject in te vullen.

Zo kunt u bij het aanmaken van een nieuw object kenmerken automatisch vullen op basis van de locatie.

 

Let op! Wanneer u een hulplaag aanmaakt om een kenmerk van een beheerobject automatisch te vullen, zal dit alléén gelden voor de beheergegevens van grafische elementen die na instellen van de hulplaag nieuw aangemaakt worden. Voor bestaande grafische elementen zal dit kenmerk in de beheergegevens niet aangepast worden.

 

Voorbeeld van instellen van een hulplaag

U beheert bomen in verschillende wijken. Bij het plaatsen van een nieuwe boom wilt u dat de juiste wijk automatisch ingevuld wordt.

Dit deel van de handleiding helpt u stap voor stap een hulplaag te maken die gebruikt kan worden om een kenmerk automatisch in te vullen.

 

In dit voorbeeld bestaan er slechts drie wijken: wijk a, b en c. Ze hebben achtereenvolgens de code a, b en c.

 

Wijk - code

Wijk - omschrijving

 

a

Wijk a

b

Wijk b

c

Wijk c

 

Eerst maken we een hulplaag 'Wijken' aan.

Nu de hulplaag bestaat, kunnen we de drie vlakken gaan tekenen door te klikken op .

 

Kies vervolgens in welke hulplaag u wilt tekenen (hier laag 23 Wijken) en kies een vlakelement.

 

 

Wanneer straks een boom binnen zo'n vlak geplaatst wordt zal het kenmerk 'Wijk' gevuld worden met de code die hoort bij dat vlak.

Let erop dat bij het tekenen van de vlakken de 'Hulpobject codering' juist gevuld wordt: één vlak krijgt als codering 'A', eentje 'B' en de laatste 'C'.

 

 

 

Nu moeten we aan GB Geografisch duidelijk maken dat bij het plaatsen van een boom informatie gehaald moet worden uit een hulplaag, uit welke hulplaag dit is en in welk beheerkenmerk deze informatie bij de boom geplaatst moet worden. Ga hiervoor naar Inrichting GEO > Definities GIS > Weergave beheerlagen. Kies de gegevensset die betrekking heeft op bomen en kies de eerste tabel.

Ga naar Info van hulpobject en kies een nieuw hulpobject. Vul bij hulpobjectlaag de laag in die we zojuist aangemaakt hebben: de hulplaag 'Wijken'. Bij 'Veldnaam in database' kiezen we 'wijk', om duidelijk te maken dat dit beheerkenmerk gevuld moet worden:

 

 

Nu is alles juist ingesteld. Bij het plaatsen van een nieuwe boom zal nu automatisch het (sleutel)veld 'Wijk' juist gevuld zijn:

 

Let op! U kunt bovenstaande procedure herhalen wanneer u meerdere sleutelvelden of kenmerken automatisch gevuld wilt zien bij het aanmaken van een nieuw beheerobject.