Wijzigen sleutelvelden

Navigation:  Beheerprogramma > Systeembeheer >

Wijzigen sleutelvelden

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

Binnen een beheermodule wordt ieder Beheerobject of Keuzelijstobject geïdentificeerd door een code. Die code is opgeslagen in een Sleutelveld (blauw gekleurde velden in het invoerscherm). In dit menu kunt u deze codes wijzigen.

 

Omdat objecten door het programma herkent worden aan de code in een of meerdere sleutelvelden, kunt u een sleutelveldcode niet wijzigen als ieder ander Kenmerk. In tegenstelling tot alle andere kenmerken zorgt het wijzigen van het sleutelveldnummer in het invoerscherm ervoor dat er een nieuw beheerobject wordt aangemaakt of dat er een invoerscherm van een ander bestaand element geopend wordt. De functie Wijzigen sleutelvelden is de enige manier om deze sleutelvelden alsnog te wijzigen.

 

Voor sommige beheergegevens zijn de sleutelvelden tegelijkertijd ook kenmerken van het te beheren object. Zo zijn de sleutelvelden van een beheerobject, bijvoorbeeld een vakdeel, tegelijkertijd ook de locatiecodering. Wanneer de locatiecodering niet overeenkomt met de werkelijke locatie van het te beheren object, dan kunt u met deze functie de Locatiecodering veranderen.

 

Locatie

Ga naar: Systeembeheer > Wijzigen Sleutelvelden

Vervolgens kiest u het invoerscherm waarin het te wijzigen sleutelveld zich bevindt.

 

Het wijzigen van de sleutelcode

In het scherm dat volgt vult u de sleutelcode in die u wilt wijzigen en vervolgens de code die u in de plaats van de oude code wilt gebruiken. Wanneer een sleutelcode uit meerdere delen bestaat, moet u dus ook al die delen invoeren. De sleutelcode (zie onderstaande afbeelding) kan bijvoorbeeld verdeeld zijn in drie niveaus. Het scherm voor het wijzigen van de sleutelcode ziet er dan zo uit:

 

 

Onder Bestaande sleutel vult u de sleutelcode in die u wilt wijzigen. Onder Nieuwe sleutel verschijnt dan bij "Omschrijving" ter controle het vakdeel dat u geselecteerd heeft. Vervolgens vult u een nieuwe code in.

Met de -knop vult u het eerstvolgende beschikbare nummer in. Met de -knoppen opent u een overzicht van de bestaande codes.

 

Wanneer u een sleutelveld wijzigt van een object waar weer andere objecten van afhankelijk zijn, dan wordt de code van die afhankelijke objecten ook gewijzigd. Bijvoorbeeld: Wanneer u Vak X verandert in Vak Y, dan veranderen de vakdelen X 01, X 02 en X 03 ook in respectievelijk Y 01, Y 02 en Y 03.
 

Let op! U kunt sleutelvelden alleen wijzigen wanneer andere invoerschermen gesloten zijn.

Let op! Het laatste deel van de nieuwe sleutel moet nieuw zijn. De voorloop-sleuteldelen mogen bestaande codes zijn.