Met deze functie heeft u toegang tot de tabel Ondergronden. U kunt een bestaande ondergrond inzien, wijzigen en wissen. Ook kunt u een nieuwe ondergrond toevoegen aan de gegevensset. Ondergronden zijn een onderdeel van een Speelplaats, die op hun beurt weer onderdeel van een Wijk zijn. Een ondergrond kan een of meerdere Toestellen dragen, maar kan ook ingevoerd worden zonder dat er speeltoestellen aan verbonden zijn.
Met de functie Ondergronden in het tabblad Logboeken kunt u inspecties en reparaties van ondergronden invoeren. Ook kunt u inspecties van Ondergronden invoeren met de functie Nieuwe inspectie per speelplaats, en reparaties van Ondergronden kunt u invoeren met Nieuwe reparatie per speelplaats.
Het "Ondergrond"-kenmerk is een Sleutelveld. De beheermodule gebruikt de code van dit kenmerk, samen met de codes voor Wijken en Speelplaatsen om een Beheerobject te identificeren.
Welke kenmerken een Ondergrond heeft bepaalt u met de functiegroep Vormgeving Bestanden.
Wilt u een overzicht van de gegevens van meerdere ondergronden, gebruik dan de Rapportfunctie.
Wilt u een sleutelveld wijzigen van een ondergrond dan gebruikt u de functie Wijzigen sleutelvelden.
Locatie
Ga naar: Gegevens > Ondergronden
Het invoerscherm voor ondergronden wordt geopend. Afhankelijk van de vormgeving van ondergronden zou dat invoerscherm er zo uit kunnen zien:
U kunt hier de gegevens van een ondergrond invoeren of wijzigen. De knoppen openen een lijst van beschikbare opties voor dat kenmerk. Met de
-knoppen kunt u, waar aanwezig, invoeropties toevoegen aan een kenmerk. De
-knoppen wissen de bij dat kenmerk ingevoerde gegevens. Met de
-knoppen kunt u informatie over de op dat moment bij het kenmerk ingevulde waarde.
Aan de rechterzijde ziet u een foto van de speelplaats en het toestel dat u geselecteerd heeft. Wanneer beschikbaar wordt de relevante foto geladen wanneer de code voor een toestel of speelplaats wordt geladen.
Het vervangingsjaar wordt automatisch berekend aan de hand van de levensduur zoals bepaald in het toesteltype (in te zien door op de -knop te klikken) en de installatiedatum. Door op de
-knop te wordt deze berekening nogmaals uitgevoerd.
Een speeltoestel aan een ondergrond koppelen
Speeltoestellen kunnen op ondergronden geplaatst worden. Om een toestel toe te voegen aan een ondergrond volgt u de volgende stappen:
1.Maak een toestel aan
2.Maak een ondergrond aan, of open een reeds bestaande ondergrond.
3.Voeg het bij 1. aangemaakte toestel toe aan het kenmerk "Ondergronden"
4.In het tabblad Overige gegevens staat bij het kenmerk Info ondergrond de sleutelcode van de verbonden ondergrond.
Welke kenmerken een ondergrond heeft bepaalt u met de functiegroep Vormgeving Bestanden.
Wilt u een overzicht van de gegevens van meerdere ondergronden, gebruik dan de Rapportfunctie.
Wilt u een sleutelveld wijzigen van een toestel dan gebruikt u de functie Wijzigen sleutelvelden.
Gegevens kopiëren
Wilt u de gegevens van een andere ondergrond kopiëren naar de huidige kaart, gebruik dan de knop [Kopie van]. Voordat u de functie [Kopie van] kunt gebruiken maakt u eerst een nieuwe ondergrond aan of opent u een ondergrond waarvan u de huidige gegevens wilt vervangen. Vervolgens klikt u op de [Kopie van]-knop. In het nu volgende venster kiest u van welke ondergrond u de gegevens wilt kopiëren.
Bij Ondergrond selecteert u de te kopiëren speelplaats. Achter Te kopiëren kenmerken kunt u met de -knop selecteren welke Beheerkenmerken u wilt kopiëren. De beheerkenmerken die u niet selecteert blijven blanco in de nieuwe kaart. Klik op om het kopiëren te voltooien.