Optielijsten bewerken |
  
|
Optielijsten bewerken |
|
Optielijsten zijn lijsten waar de mogelijke waarden voor kenmerktypen in zijn opgeslagen. Deze lijsten kunt u inzien en bewerken vanuit het invoerscherm en ook via deze functiegroep. Optielijsten worden aangemaakt wanneer kenmerken zoals optielijsten, trapoptielijsten en selectielijsten in sublijsten worden toegevoegd aan de tabellen vakdelen of werkzaamheden.
Met de functiegroep Logboeken > Optielijsten bewerken kunt u alle optielijsten uit het tabblad Logboeken aanvullen en wijzigen.
De volgende logboeken omvatten optielijsten die u hier kunt wijzigen:
Optielijsten bijwerken
Een waarde in een optielijst bestaat uit meestal uit een sleutelveld en een omschrijving. In het geval van een trapoptielijst bestaat de tweede en derde trap uit respectievelijk 2 en 3 sleutelvelden.
De codes in de sleutelvelden kunt u niet aanpassen, u kunt alleen de omschrijving aanpassen. Nadat u een waarde uit een optielijst gewist heeft kunt u de code wel hergebruiken voor een nieuwe waarde. U kunt alleen de omschrijving aanpassen, de sleutelcode kan niet veranderd worden.
Een wijziging aan een waarde in een optielijst zal in alle beheerobjecten waar de waarde met dezelfde code in voor komt, doorgevoerd worden.
Wist u een waarde uit een optielijst, dan wordt die waarde gewist uit alle beheerobjecten waar deze als kenmerk is toegekend.
Wanneer u een waarde die gebruikt wordt in een of meerdere beheerobjecten gaat wissen verschijnt de volgende melding:
Wanneer u alleen ongebruikte waardes wilt wissen, kunt u de functie Optielijsten opschonen gebruiken. Deze functie toont alleen ongebruikte waarden.