Tracing
Met de functie Tracing is het mogelijk een soort bewerkingsspoor uit te zetten: u ziet precies welke beheerobjecten u geïnventariseerd of geïnspecteerd heeft. Wanneer anderen deze functie ook aan hebben staan, ziet u bovendien welke beheerobjecten door hen gedaan zijn. Op die manier ziet u geen beheerobjecten over het hoofd tijdens een ronde en wordt voorkomen dat beheerobjecten dubbel behandeld worden.
Voorbereiding van Tracing
Eerst stelt u in welk symbool of kleur getoond moet worden voor beheerobjecten die u heeft gedaan. Klik helemaal onderaan in GB Geografisch op de knop Uit Trac met de rechtermuisknop:
U ziet nu het volgend schermpje:
Klik op de bovenste optie, Trace instellingen. Vervolgens krijgt u dit scherm:
U heeft hier vijf opties: Kleur en Vlakvulling gelden voor vlakken, Lijnpatroon voor lijnen en Puntsymbool voor puntsymbolen. Met de laatste optie, Plaats voor tracesymbool, kunt u bepalen waar u het symbool ten opzichte van het beheerobject wilt plaatsen. Speel met deze instellingen om te zien wat voor u het beste resultaat geeft.
Wanneer u tevreden bent, klikt u op Bewaar.
Gebruik van Tracing
Klik op de knop Uit Trac waardoor deze verandert in Aan Trac. Tracing staat nu aan. Een beheerobject zal nu aangemerkt worden als 'behandeld' wanneer u het invoerscherm opent van een beheerobject en op 'Bewaar' klikt. Ook wanneer u groepsgewijs gaat bewerken, om op die manier meerdere objecten tegelijkertijd aan te passen, zal de gekozen kleur of symbool geplaatst worden.
Onderstaand een voorbeeld waarbij geïnspecteerde bomen blauw gekleurd worden:
Wanneer beheervlakken geïnspecteerd zijn, ontstaat met bovenstaande instellingen het volgende beeld:
Door nu op de trace-knop te klikken wordt tracing uitgezet. U kunt trace op elk gewenst moment weer aanzetten.
U wist de tracekleuren en -symbolen in de kaart door met de rechtermuisknop op de tracing-knop te klikken en te kiezen voor Trace wissen. U wist hiermee niet de gedane wijzigingen aan de beheerobjecten!
Let op! Wanneer u GB Geografisch opnieuw opstart, zijn tracekleuren en -symbolen in de kaart niet zichtbaar en staat de trace-functie standaard uit. Wanneer u deze weer aanzet, zullen ook zowel de tracekleur en -symbolen van u en anderen zichtbaar worden. U kunt alleen uw eigen tracekleuren en -symbolen wissen. U kunt de tracekleuren en -symbolen gemaakt door anderen niet wissen. Wilt u deze niet meer zien, start GB Geografisch dan opnieuw op.